Op deze pagina hebben we alle aanvullende informatie over basis- en extra ondersteuning op een rij gezet. Deze informatie is vooral voor je ouder(s)/verzorger(s) bedoeld, maar jij mag je er natuurlijk ook in verdiepen. Als je hulp of advies nodig hebt, lees je bij de verschillende kopjes bij wie je terecht kunt en anders kun je ook altijd je mentor inschakelen.
Passend onderwijs
Elk kind in Nederland heeft recht op passend onderwijs. Leerlingen die ondersteuning nodig hebben, krijgen deze zoveel mogelijk op hun eigen school. Zo zijn ze straks goed voorbereid op hun verdere (school)loopbaan. Ook hebben ze een eerlijke kans om op te groeien tot zelfstandige volwassenen met een zinvolle plek in de samenleving.
Alle scholen in de regio zijn aangesloten bij Passend onderwijs West-Friesland. Samen zorgen we ervoor dat alle kinderen het onderwijs krijgen dat past bij wat ze kunnen en waar ze goed in zijn. Zit een kind toch niet op zijn plaats, dan gaan we samen op zoek naar de best mogelijke onderwijsplek.
Wat voor hulp kan uw kind krijgen?
De ene leerling heeft meer steun nodig dan het andere. Daarom bieden de scholen basisondersteuning en extra ondersteuning. Hieronder leggen we het verschil uit.
Basisondersteuning
Basisondersteuning is voor leerlingen die net wat extra hulp nodig hebben om in de eigen klas te kunnen blijven meedoen. Bijvoorbeeld omdat ze moeite hebben met taal of wiskunde. Maar ook als ze problemen hebben met gedrag of met leren, als ze ernstige problemen met lezen of rekenen hebben of als ze lange tijd ziek zijn. Iedere middelbare school in de regio West-Friesland kan die hulp geven.
Extra ondersteuning
Soms heeft een leerling, om wat voor reden dan ook, meer hulp nodig. Dat noemen we ‘extra ondersteuning’. Dit is speciale hulp voor één leerling of een klein groepje. Het doel is altijd dat de leerling met de hulp goed kan meedoen in de klas. De extra ondersteuning beschrijven we in een persoonlijk ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Hierin staat welke extra hulp nodig is en wie deze geeft (de docent en/of een specialist van binnen of buiten de school). De leerling en ouder(s)/verzorger(s) worden hierbij betrokken. De leerling en de ouder(s)/verzorger(s) worden hierbij betrokken.
Er zijn veel mogelijkheden voor passend onderwijs. Dat betekent niet dat we voor elke leerling een apart lesprogramma kunnen maken. Het gaat er juist om dat iedere leerling zo veel mogelijk les krijgt in de eigen klas.
Heeft uw kind ondersteuning nodig?
Meestal merkt een docent als eerste dat uw kind extra hulp kan gebruiken. Het kan ook zijn dat u dat als ouder/verzorger ontdekt, of dat uw kind zelf om hulp vraagt. Neem in dat geval contact op met de mentor of coach van uw kind. Deze kan uw vragen beantwoorden en zorgen dat uw kind de juiste hulp krijgt.
Weet u al voor de aanmelding dat uw kind ondersteuning nodig heeft om een diploma te kunnen halen? Dan kijken we samen met u welke hulp uw kind op onze school kan krijgen. Dit proberen we binnen zes weken uit te zoeken (in ieder geval binnen tien weken). Bij dat onderzoek kijken we naar informatie van u, de basisschool en soms ook van specialisten.
Zo pakken we het aan
- Docenten en mentoren (coaches) spelen een centrale rol bij de ondersteuning.
- We kijken goed naar wat de leerling nodig heeft.
- We kijken ook naar de sterke punten van de leerling.
- We overleggen met de leerling en de ouder(s)/verzorger(s).
- Leerlingen, ouder(s)/verzorger(s) en school weten wat ze van elkaar mogen verwachten.
- We stellen altijd een duidelijk doel.
- We werken volgens een vast plan dat voor iedereen duidelijk is.
- We checken regelmatig of de ondersteuning goed werkt en waar we kunnen verbeteren.
De ondersteuningscoördinator (OCO) zorgt samen met het ondersteuningsteam (OT) dat leerlingen de afgesproken ondersteuning krijgen. Als de ondersteuningsbehoefte van een leerling meer vraagt dan de school kan bieden binnen de zorgplicht vanuit de beschreven basis- en extra ondersteuning, gaan we samen met de ouder(s)/verzorger(s) en overige betrokkenen in gesprek over het meest kansrijke aanbod voor de leerling.
Overdracht
De stap van de basisschool naar de middelbare school is groot. Zeker voor leerlingen die extra hulp nodig hebben. De basisschool geeft daarom aan ons door welke hulp uw kind nu al krijgt, nodig heeft of heeft gekregen.
Ook als uw kind van een andere middelbare school komt of naar een andere middelbare school gaat, is er aandacht voor een goede overdracht.
School in de buurt
Heeft uw kind hulp nodig die onze school niet kan geven? Dan kijken we of een andere school in de buurt die ondersteuning wel in huis heeft. Het kan ook zijn dat begeleiding buiten school beter bij uw kind past.
Welke ondersteuning geven wij?
Basisondersteuning
De scholen in West-Friesland bieden leerlingen ondersteuning bij:
- leer- en ontwikkelproblemen, zoals:
- dyslexie (woordblindheid) en achterstand in taal;
- dyscalculie (cijferblindheid) en achterstand in rekenen;
- moeite met informatie verwerken;
- hoogbegaafdheid of een disharmonisch profiel (een kind kan goed praten en begrijpt dingen snel, maar is juist niet goed in taken uitvoeren. Het kan ook andersom zijn);
- het aanleren van een goede werkhouding, zoals plannen of de aandacht erbij houden;
- sociaal-emotionele ontwikkeling, bijvoorbeeld als een leerling faalangst heeft, erg op zichzelf is, moeite met grenzen heeft of een lichte vorm van autisme;
- het omgaan met fysieke beperkingen, zoals slecht kunnen zien of horen, of een rolstoel gebruiken;
- medische problemen;
- problemen thuis en/of met jeugdzorg;
- verslaving aan alcohol, drugs of games;
- problemen met schoolverzuim, zoals spijbelen.
Wilt u meer weten? Kijk dan in het document Basis- en extra ondersteuning vo Passend Onderwijs West-Friesland op de website van het samenwerkingsverband. U kunt ook om uitleg vragen bij de afdelingsleider of ondersteuningscoördinator (OCO) van onze school.
Extra ondersteuning
De extra ondersteuning ─ speciale hulp voor één leerling of een klein groepje ─ verschilt per school. Welke extra ondersteuning onze school biedt, leest u hieronder.
(Ernstige) dyslexie
Leerlingen met een dyslexieverklaring krijgen een faciliteitenkaart. Hierop staat welke hulp ze kunnen en mogen vragen aan de docent. Denk aan extra tijd voor een toets of een tekst door de computer laten voorlezen. De dyslexiecoach begeleidt leerlingen bij het gebruik van de hulpmiddelen en let op of er meer nodig is.
Neem voor meer informatie contact op met de dyslexiecoach via or-dyslexie@tabor.nl.
Rekenen
Leerlingen met dyscalculie krijgen een faciliteitenkaart. Hierop staat welke hulp ze kunnen en mogen vragen aan de docent. Denk aan extra tijd voor een toets of het gebruik van een rekenmachine of tafelkaarten. De dyscalculiebegeleider begeleidt de leerlingen en kan een test afnemen bij een vermoeden van dyscalculie. Klopt dit vermoeden, dan is het advies om verder onderzoek buiten school te doen.
De wiskundedocent geeft extra lessen aan leerlingen die veel moeite hebben met rekenen.
Neem voor meer informatie contact op met de dyscalculiebegeleider of het hoofd van de sectie wiskunde via oscar-romero@tabor.nl.
Taal (Nederlands als tweede taal)
Leerlingen met een NT2-status krijgen een faciliteitenkaart. Hierop staat welke hulp deze leerlingen kunnen vragen aan de docent. Bijvoorbeeld extra tijd voor een toets of het gebruik van een woordenboek. De NT2-coördinator begeleidt de leerlingen. Er is ook een digitaal taalprogramma waarmee de leerling zelfstandig aan de slag kan.
Neem voor meer informatie contact op met de NT2-coördinator via pj.massee@tabor.nl.
Meer- en hoogbegaafdheid of een disharmonisch profiel
Voor meer- en hoogbegaafde leerlingen en voor leerlingen met een ‘disharmonisch profiel’ is er op onze school een HB-specialist. Deze bespreekt met de leerling en de ouders wat er nodig is en wat er kan. Denk bijvoorbeeld aan een tijdelijke aanpassing van het lesprogramma.
Neem voor meer informatie contact op met de ondersteuningscoördinator via jv.lemckert@tabor.nl.
Sociaal-emotionele ontwikkeling en leergedrag
Sommige leerlingen hebben hulp nodig om in de groep of klas te kunnen meedoen. Bijvoorbeeld omdat ze angstig of somber zijn, of moeite hebben met leren. Op onze school kunnen we leerlingen op de volgende manieren helpen:
- Training sociaal-emotionele vaardigheden: Leerlingen die moeite hebben in sociale situaties of het lastig vinden om hun emoties te beheersen, ervaren daardoor soms problemen in de omgang met anderen. Deze training versterkt hun sociaal-emotionele ontwikkeling.
- Faalangsttraining: Deze training helpt leerlingen met faalangst om meer zelfvertrouwen te krijgen en leert ze om te gaan met stress voor een toets.
- Ondersteuning bij het leren en plannen: Leerlingen die het nodig hebben, krijgen extra begeleiding in een klein groepje. Ze kunnen ook in het PlusPunt meedoen met een groep voor plannen en organiseren.
- Omgaan met sombere of angstige gedachten: Leerlingen die somber of angstig zijn, kunnen terecht bij de trajectbegeleiders van het Pluspunt, de vertrouwenspersonen of schoolmaatschappelijk werk (de Jeugd- en schoolcoach).
Neem voor meer informatie contact op met de ondersteuningscoördinator via jv.lemckert@tabor.nl.
Medische en fysieke ondersteuning
Deze extra ondersteuning bieden wij voor leerlingen met een handicap of leerlingen die chronisch of lange tijd ziek zijn:
- Toegankelijkheid: De school is rolstoeltoegankelijk en er is een rolstoeltoilet.
- Hulp voor leerlingen die blind of slechtziend zijn: Leerlingen die slechtziend of blind zijn, kunnen op school speciale hulpmiddelen gebruiken voor de lessen. Dit regelen we eventueel samen met een specialist die al bij de leerling betrokken is.
- Hulp voor leerlingen die doof of slechthorend zijn: Leerlingen die slechthorend of doof zijn, kunnen op school speciale hulpmiddelen gebruiken voor de lessen. Dit regelen we samen met VierTaal en een eventuele andere organisatie die al bij de leerling betrokken is.
Neem voor meer informatie contact op met de ondersteuningscoördinator via jv.lemckert@tabor.nl.
Ondersteuningslokaal het PlusPunt
Het PlusPunt is een gezellige en prikkelarme ruimte in school. Het PlusPunt is open voor alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, met of zonder diagnose. Overprikkelde leerlingen kunnen er even tot rust komen. Er is altijd een trajectbegeleider of een pedagogisch medewerker aanwezig om de leerlingen op te vangen en te begeleiden.
Leerlingen die het nodig hebben, kunnen in het PlusPunt terecht voor een prikkelarme pauze.
Grens aan de extra ondersteuning
We kunnen extra ondersteuning bieden zolang:
- de leerling kan meedoen in een klas met 24 tot 30 leerlingen en maar één uur per week of tijdelijk enkele uren per week extra ondersteuning nodig heeft;
- de ouders/verzorgers goed samenwerken met de school;
- de leerling het leerproces van zichzelf en anderen niet verstoort;
- de leerling geen gevaar is voor zichzelf en anderen;
- de leerling anderen geen onveilig gevoel geeft;
- de leerling geen zware psychische of angstproblemen heeft;
- het leerniveau van de leerling hoog genoeg is om een mavo-, havo- of vwo-diploma te halen.
Deskundige hulp
We hebben een ondersteuningscoördinator (OCO) in dienst. Sommige teamleden kunnen ook speciale ondersteuning geven. Daarnaast kunnen we de hulp inschakelen van consulenten van het samenwerkingsverband.
Onderstaande specialisten – van binnen of buiten de school – kunnen onze leerlingen ondersteunen:
Binnen de school:
- NT2-coördinator
- Orthopedagoog
- Specialist autisme
- Specialist dyslexie
- Specialist dyscalculie
- Specialist faalangstreductie
- Specialist gedrag en sociale vaardigheden
- Specialist meer- en hoogbegaafdheid
- Specialist rekenen/wiskunde
Van buiten de school:
- Gedragswetenschapper
- Jeugdarts of -verpleegkundige van de GGD
- Jeugd- en schoolcoach (schoolmaatschappelijk werker)
- Jeugdhulpverlener
- Jongerenwerker
- Leerplichtambtenaar
- Medewerker Brijder (expert in verslavingsproblemen)
- Medewerker GGZ
- Psycholoog