Beeldende vorming is een combinatie van de vakken tekenen en handvaardigheid. Zowel op de mavo, havo als het vwo kan je beeldende vorming kiezen als examenvak. Je krijgt dan ook kunst algemeen, dit is de kunstgeschiedenis, dat onder andere gaat over schilderkunst, muziek, theater, architectuur, film en beeldhouwkunst.
In de onderbouw krijg je de vakken tekenen en handvaardigheid. Tekenen wordt zo aangeboden dat iedereen kan instappen op zijn eigen niveau. We leren je omgaan met verschillende materialen (onder andere: verf, Oost-Indische inkt, potloden en kleurpotloden) en beeldaspecten (zoals kleur, vorm, licht, compositie, structuur, lijn). In de opdrachten kun je op jouw manier je creativiteit kwijt.
Elke leerling krijgt in de 2e en 3e klas het vak handvaardigheid. Bij handvaardigheid maak je ruimtelijke werkstukken van allerlei materialen. Daarvoor moet je verschillende technieken en vaardigheden beheersen. Die worden je stapsgewijs aangeleerd. De lessen zijn in een echt praktijklokaal en er wordt gewerkt aan een werkbank. Timmeren, zagen en solderen behoren tot de mogelijkheden en werkstukken worden gemaakt in klei, hout, metaal en speksteen. Ook zijn er opdrachten waarbij de materiaalkeuze vrij is.