Emma Le Blansch is 15 jaar, maar nu al Nederlands kampioen U18 op diverse atletiek onderdelen. Om je een beter beeld te geven van wat een Topsport Talentschool nou precies inhoudt, hebben we Emma een paar vragen gesteld over de begeleiding die ze bij ons op school krijgt. 

Emma, wat vind je zo leuk aan kogelstoten?
“Het leuke van kogelstoten is natuurlijk om de kogel zo ver mogelijk in de bak te stoten. Het gaat niet alleen om kracht, techniek is ook erg belangrijk. Sinds 1,5 jaar doe ik de draaitechniek, die bijvoorbeeld Jessica Schilder en veel andere toppers ook toepassen. Ik doe trouwens niet alleen aan kogelstoten. Het discuswerpen gaat me ook heel goed af en ik combineer beide onderdelen zoals vele anderen, waaronder ook Jorinde van Klinken die op het EK twee keer zilver heeft gewonnen.”

Hoe lang doe je dit al?
“Ik ben op vijfjarige leeftijd begonnen met atletiek. Maar dan doe je eerst veel jaren meer kampen bestaande uit de onderdelen sprint, springen en werpen. In het begin doe je veel balwerpen en vanaf je 9e af en toe ook kogelstoten. Je begint met 2 kg. Ik kan nu nog ruim 2 jaar met 3 kg stoten. Daarna stap ik over op 4 kg en dat is het eindgewicht bij de dames.”

Hoe vaak train je in de week?
“Ik train 5 keer per week. 3 keer werpen, 1 keer sprint en 1 keer krachttraining. Soms doe ik een extra training om ergens even gericht 1 op 1 met de trainer aan te werken. En als ik iets ouder ben, gaat de krachttraining naar twee keer per week.”

Kun je dit goed met school combineren?
“Door mijn internationaal talentstatus bij de Atletiekunie is er gelukkig maatwerk mogelijk op school. Toetsen kunnen als het nodig is worden verschoven en sommige lessen hoef ik niet te volgen. Daar ben ik blij mee en daarom gaat het goed!”

Wat is je sportieve droom?
“Mijn eerste droom is om over twee jaar mee te doen aan het EK Atletiek voor atleten onder de 18 jaar in Italië. Zowel met kogelstoten als met discuswerpen. Voor het EK van dit jaar had ik me eigenlijk ook al geplaatst met kogelstoten want ik heb de limiet al heel veel keer behaald, maar ik ben nog te jong om mee te mogen doen. Mijn uiteindelijke droom is om aan de Olympische Spelen mee te doen. Misschien over acht jaar?”

Je bent topsport-talentleerling, wat is dat eigenlijk?
“Ik ben een normale leerling zoals iedereen. Ik train altijd ‘s avonds en in het weekend dus ik kan overdag gewoon op school zijn. Maar door mijn status heb ik wel bepaalde voordelen. Het vak gym mag ik overslaan en met twee andere vakken mocht ik halverwege het schooljaar al stoppen omdat ik toch zeker wist dat ik er geen examen in wil doen. Daarmee bespaar ik tijd en kan ik me beter focussen op de vakken die ik nog wel heb. Het geeft me veel rust. Voor een grote wedstrijd krijg ik vrij, net hoeveel nodig is. Ik wil zelf liever niet te veel missen op school. En een trainingsstage tijdens een toetsweek kan gewoon. De toetsen worden dan op maat voor mij ingepland op andere momenten.”

Wat doet je topsport-talentbegleider?
“Mevrouw Blaauboer is voor mij iemand bij wie ik altijd terecht kan als ik denk dat de combinatie van school met sporten lastig wordt. Het kan zijn dat ik vrij wil hebben voor een belangrijke wedstrijd, een trainingsstage of dat ik denk dat een toetsweek niet haalbaar is omdat ik dan in korte tijd zoveel moet leren dat ik mijn trainingen niet kan doen. Dan bespreken we een mogelijke oplossing en stemt mevrouw Blaauboer het met de docenten af.”

Heb je nog tips voor kinderen die ook heel veel sporten?
“Veel sporten en school zijn goed met elkaar te combineren. Alleen niet iedere school kan of wil zo ver gaan om hierbij te helpen. Daarom heb ik voor TTS-school Oscar Romero gekozen. School vind ik belangrijk, ook voor mijn toekomst. Maar ik wil eigenlijk niet dat het ten koste van het sporten gaat. Het is belangrijk om hier een goede balans in te vinden. En natuurlijk moet je altijd zelf ook nog goed plannen en organiseren om het goed te laten verlopen.”